Risicomanagement

Inleiding

Bij CZ groep wordt gewerkt met het ‘Three Lines’-model. Dit model structureert drie rollen binnen risicomanagement, met elk hun eigen taak en verantwoordelijkheid. Van de eerste lijn (de functies die de primaire bedrijfsprocessen uitvoeren en de afdelingen die daarbij direct ondersteunen) wordt verwacht dat zij haar risico’s kent en (aantoonbaar) beheerst. De tweede lijn (gesitueerd binnen Governance, Risk & Compliance (GRC)) levert daarvoor de kaders, bewaakt de effectiviteit ervan en monitort (direct of indirect) het juiste gebruik ervan. De derde lijn (de Interne Audit Dienst (IAD)) stelt daarbij vast of het model werkt en daadwerkelijk adequaat en doeltreffend is. Dit doet de IAD door onafhankelijk de werking van de beheersmaatregelen te toetsen. CZ groep is zich ervan bewust dat de zorgverzekeraar een nadrukkelijke maatschappelijke rol vervult, waarbij het nemen van risico's alleen wenselijk is wanneer dat bijdraagt aan het realiseren van de strategische doelstellingen van CZ groep. Een uitgebreidere beschrijving van het risicomanagementsysteem is te vinden in het bestuursverslag.

Gebruik van schattingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien.

Voornaamste COVID-19 regelingen die van invloed zijn op de schattingen in de jaarrekening 2022

Voor zorgaanbieders die zorg aanbieden die binnen de basisverzekering en/of aanvullende verzekering valt, zijn in 2020 en 2021 een groot aantal COVID-19 regelingen voor continuïteitsbijdragen en/of meerkosten opgesteld. Het uitgangspunt van al deze regelingen is dat de continuïteit van zorg – ook na de pandemie – gewaarborgd moet zijn.

In 2022 was COVID-19 nog niet weg uit de samenleving, maar mede door de minder ziekmakende Omikronvariant en vaccinaties was de impact minder ontwrichtend dan in 2020 en 2021. De initiële insteek voor 2022 was terugkeer naar een volledig reguliere zorgcontractering, maar als gevolg van de eind 2021 bestaande onzekerheden over de opkomende Omikronvariant is dit voor 2022 nog niet gerealiseerd. Het aantal afgesloten COVID-19 regelingen is in 2022 sterk teruggebracht. Voor 2023 en verder geldt dat COVID-19 door zorgverzekeraars wordt gezien als een onderdeel van de normale bedrijfsvoering. COVID-19 zorg inclusief uitgestelde zorg maken integraal onderdeel uit van de reguliere zorgcontractering 2023. Uitsluitend in een pandemische crisissituatie gelden nog gezamenlijke afspraken tussen algemene ziekenhuizen, UMC’s en zorgverzekeraars.

De Catastroferegeling Zorgverzekeringswet (artikel 33 Zvw) is per 31 december 2021 van rechtswege geëindigd. In 2022 is door ZiNL de voorlopige catastrofebijdrage voor de jaren 2020 en 2021 uitbetaald. De definitieve afrekening van de Catastroferegeling vindt in 2025 plaats.

Zorgverzekeraars hebben voor 2020 en 2021 - met instemming van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) - solidariteitsafspraken opgesteld om zowel de COVID-19-kosten, de bijdragen uit de Catastroferegeling en overige COVID-19-effecten te herverdelen. Als onderdeel van deze afspraken geldt dat het Ministerie van VWS heeft besloten om voor 2021 85% van het verschil tussen het landelijk afgegeven budget (de deelbedragen van het ‘macro prestatiebedrag’) en de daadwerkelijke kosten voor rekening van het Zorgverzekeringsfonds te laten komen in plaats voor rekening van de zorgverzekeraars. In 2022 hebben zorgverzekeraars de eerste voorlopige berekening 2021 van ZiNL ontvangen. Zorgverzekeraars ontvangen jaarlijks tussentijdse informatie over de verwachte financiële effecten van deze solidariteitsafspraken, maar de definitieve afrekening vindt eind 2025 – na definitieve afrekening Catastroferegeling – plaats. Voor 2022 zijn geen solidariteitsafspraken meer gemaakt.

De voornaamste schattingen in de jaarrekening 2022 zien voor wat betreft COVID-19 voornamelijk toe op de volgende posten en onderdelen:

Uitloopresultaat oude jaren

COVID-19 Zorgkosten

Er bestaan voor 2020 en 2021 geen relevante onzekerheden meer ten aanzien van de hoogte van de COVID-19 gerelateerde zorgkosten. Het is wel mogelijk dat zich na het opstellen van de jaarrekening nog COVID-19 gerelateerde zorgkosten manifesteren doordat bestaande regelingen op een later tijdstip bijgesteld worden als gevolg van nacalculaties en aanspraken op hardheidsclausules die mogelijk worden gedaan, maar waarvan de omvang op dit moment nog niet (volledig) betrouwbaar is in te schatten. De potentiële (en tot op heden beperkte) effecten met betrekking tot het beroep op de hardheidsclausules is geraamd voor zover deze betrouwbaar zijn in te schatten. De schattingsonzekerheid van de hardheidsclausules is naar de mening van de zorgverzekeraar relatief beperkt. COVID-19 zorgkosten ontstaan na 1 januari 2022 vallen niet meer onder de Catastroferegeling, omdat deze per 31 december 2021 van rechtswege is geëindigd. Deze COVID-19-zorgkosten worden in de reguliere risicoverevening betrokken.

Catastroferegeling artikel 33 Zvw

Doordat de onzekerheden ten aanzien van de COVID-19 gerelateerde zorgkosten beperkt zijn, is de inschatting van de catastrofebijdrage eveneens met beperkte onzekerheden omgeven.

Solidariteitsregeling 2020 en 2021

Zorgverzekeraars hebben voor 2020 en 2021 solidariteitsafspraken opgesteld om zowel de COVID-19-kosten, de bijdragen uit de Catastroferegeling en overige COVID-19-effecten te herverdelen. De bandbreedteregeling die in de solidariteitsafspraken is opgenomen zorgt ervoor dat het verschil tussen het werkelijk vereveningsresultaat en het vereveningsresultaat zonder COVID-19 voor schadejaar 2020 en 2021 niet meer bedraagt dan de afgesproken bandbreedte van +/- € 10 resp. +/- € 25 per premie-equivalent ten opzichte van de gemiddelde afwijking van alle participerende zorgverzekeraars tezamen.

Zorgkostenraming 2022

Eind 2021 hebben de algemene ziekenhuizen, UMC’s en zorgverzekeraars in verband met de op dat moment bestaande onzekerheden over de Omikronvariant gezamenlijk landelijke afspraken gemaakt over de financiële risico’s van COVID-19 in 2022 in aanvulling op de individuele zorgcontractering 2022. Daarnaast zijn voor 2022 gezamenlijke landelijke afspraken gemaakt over de financiering van de COVID-19 cohortbedden en de compensatie van personele meerkosten in de wijkverpleging.

In de individuele zorgcontractering 2022 zijn naast afspraken over de reguliere zorg ook afspraken gemaakt over de uitgestelde zorg en COVID-19 (paramedische) herstelzorg. De uitgestelde zorg is afhankelijk van de mate waarin zorgaanbieders hun productie kunnen opschalen en van de vraag in hoeverre de bezetting van de ziekenhuizen wordt beïnvloed door COVID-19. Personeelstekorten en ziekteverzuim zorgen ervoor dat met name de omvang van de uitgestelde zorg achterblijft en onzeker is.

De zorgverzekeraar heeft bij de inschatting van de zorgkosten 2022 rekening gehouden met de onzekerheden uit hoofde van COVID-19.

De onzekerheden die over 2022 uit hoofde van COVID-19 nog resteren worden op landelijk niveau in belangrijke mate gemitigeerd door de voortzetting van de macronacalculatie in 2022 (70% in plaats van 85%, zoals in 2021).

Voorziening voor lopende risico's 2023

De voorziening voor lopende risico’s omvat het voorcalculatorische negatieve resultaat tussen de verwachte voordelen van het jaar, volgend op het boekjaar en de onvermijdbare kosten om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen. Deze voorziening wordt bepaald op basis van de beste schatting van de toekomstige schadelasten, verdiende premies, vereveningsbijdragen en toegerekende beleggingsopbrengsten en bedrijfskosten.

In 2023 was de instroom van het aantal verzekerden hoger dan gebruikelijk in de afgelopen jaren. Voor de impact op de inschatting van de zorgkosten en vereveningseffecten op de voorziening voor lopende risico’s is uitgegaan van het (gemiddelde) vereveningsprofiel van de in 2022 aanwezige verzekerdenpopulatie van CZ groep. De demografische- en gezondheidskenmerken van de ingestroomde populatie kunnen echter afwijken. Aangezien de omvang hiervan niet betrouwbaar is in te schatten, is dit effect niet meegenomen in de voorziening voor lopende risico’s ultimo 2022.

De inschatting van het voorcalculatorische negatieve resultaat voor 2023 kent als gevolg van COVID-19 nog beperkte onzekerheden:

  • Vanaf 2023 wordt COVID-19 door zorgverzekeraars gezien als een onderdeel van de normale bedrijfsvoering. De onzekerheden in de zorgkosten 2023 als gevolg van COVID-19 zijn beperkt en zien met name op het verloop van de uitgestelde zorg. De afspraken over uitgestelde zorg maken integraal onderdeel uit van de reguliere zorgcontractering 2023.

  • Vanaf 2023 worden, behoudens financiële afspraken met de ziekenhuizen en UMC’s voor een pandemische crisissituatie, geen landelijke afspraken meer over COVID-19 gemaakt. De gezamenlijke afspraken met de ziekenhuizen en UMC’s zien uitsluitend toe op een pandemische crisissituatie, waarbij door de Minister van VWS de zogenaamde fases 2d en 3 zijn afgekondigd. De druk van COVID-19 op de zorg is dan zo hoog dat de continuïteit van de landelijke zorg in gevaar is. Bij de inschatting van het voorcalculatorische resultaat voor 2023 is ervan uitgegaan dat zich geen pandemische crisissituatie zal voordoen.

Solvabiliteit

De wettelijke vereiste solvabiliteit (Solvency Capital Requirement) bedraagt ultimo van het boekjaar 1.871 miljoen euro2 (2021: 1.663 miljoen euro). De aanwezige solvabiliteit op basis van Solvency II grondslagen bedraagt 2.713 miljoen euro2 (2021: 2.655 miljoen euro). De solvabiliteitsratio ultimo 2022 bedraagt voor CZ groep 145%2 (2021: 160%).

  • 2 De gerapporteerde aanwezige solvabiliteit, de wettelijke vereiste solvabiliteit (SCR), inclusief opbouw van de SCR en de SCR ratio's over 2022 zijn nog niet gedeponeerd bij de toezichthouder. Deze cijfers zijn pas definitief na beoordeling door de toezichthouder.

Voor de berekening van de vereiste solvabiliteitsratio is uitgegaan van het standaardmodel Solvency II inclusief de aanpassingen voor zorgverzekeraars in Nederland. Het aanwezige eigen vermogen volgt uit de balans op Solvency II grondslagen. Onder Solvency II worden deze onderverdeeld in drie zogeheten tiers. Nagenoeg het volledige eigen vermogen van CZ groep is van Tier 1-kwaliteit. Dat wil zeggen dat de aanwezige eigen vermogensbestanddelen volledig in aanmerking komen ter dekking van de wettelijke kapitaalseisen3.

  • 3 Met uitzondering van de wettelijke reserve in verband met het niet uitkeerbare deel van het eigen vermogen van CZ zorgkantoor B.V. Aangezien deze reserve niet ingezet kan worden om verliezen op te vangen, wordt dit niet meegenomen in het eigen vermogen dat in aanmerking komt voor dekking van het solvabiliteitskapitaalvereiste.

Kapitaalsturing vindt plaats via het kapitaalbeleid op het niveau van CZ groep, waarin een streefwaarde voor de solvabiliteitsratio is gedefinieerd. Dit kapitaalbeleid is nader uitgewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de inzichten uit de ORSA (Own Risk and Solvency Assessment). De streefwaarde voor de solvabiliteitsratio is gebaseerd op de wettelijk vereiste solvabiliteitsratio, verhoogd met een volgens CZ groep noodzakelijk geachte buffer. De solvabiliteitsratio van individuele entiteiten wordt gemonitord. Indien nodig wordt tijdig bijgestuurd binnen de groep conform de uitgangspunten van het kapitaalbeleid. Voor de individuele verzekeringsentiteiten geldt eveneens een aanvullende buffer bovenop de minimale externe vereiste solvabiliteitsratio. Voor de individuele verzekeringsentiteiten, is de minimale interne vereiste solvabiliteit bepaald op 110% en is de streefsolvabiliteit 120%. De toereikendheid van deze solvabiliteitsnormen wordt minimaal jaarlijks beoordeeld in het ORSA-proces. Dit kan leiden tot aanpassing van het kapitaalbeleid.

CZ groep voert minimaal jaarlijks een ORSA uit waarin wordt bepaald in hoeverre het beschikbare eigen vermogen toereikend is om verliezen op te vangen, mochten bepaalde (grote) risico’s werkelijkheid worden. In de ORSA wordt op het niveau van CZ groep op basis van scenarioanalyses, gevoeligheidsanalyses en reversed stresstesten nagegaan wat de verwachte gevolgen op de solvabiliteitsratio van CZ groep zijn. Jaarlijks wordt bepaald welke actuele risico's in de scenario’s worden uitgewerkt in de ORSA. Zo ontstaat een beeld van de mogelijke impact van risico’s. De risico’s worden afgedekt door middel van een financieel verantwoorde en maatschappelijk passende buffer bovenop de wettelijke vereiste solvabiliteitsratio, tezamen vormt dat de streefwaarde voor onze solvabiliteitsratio. Ultimo 2022 bedraagt de streefwaarde voor de solvabiliteitsratio van CZ groep net als in 2021 135%, met een bandbreedte van +/- 15 procentpunt, rond de vereiste solvabiliteitsratio.

Met een ondergrens van de bandbreedte van de streefwaarde van de solvabiliteitsratio van 120% verwacht CZ groep de grotere en meer waarschijnlijke risico’s te kunnen opvangen. Het is passend om mogelijke schokken op te kunnen vangen, zonder daarbij direct in de zone te komen waarbij CZ groep onder de minimumkapitaalsvereiste - de MCR - dreigt te komen. Hiernaast wil CZ groep voorkomen dat een resultaatschommeling meteen tot premiemutatie leidt. Daarom houdt CZ groep boven de streefwaarde voor de solvabiliteitsratio nog een marge aan die de stabiliteit van de premiestelling ondersteunt. Dit mechanisme is in het kapitaalbeleid van CZ groep opgenomen.

In de onderstaande tabel is de opbouw van de solvabiliteitsratio opgenomen:

(x 1.000 euro)

2022

 

2021

    

Verzekeringstechnisch risico

1.406.086

 

1.195.457

Marktrisico

264.952

 

316.284

Tegenpartijrisico

143.616

 

85.104

Diversificatievoordeel

-273.820

 

-259.020

Operationeel risico

330.345

 

325.270

Wettelijke vereiste solvabiliteit (SCR)

1.871.179

 

1.663.095

    

Eigen vermogen op basis van BW 2 Titel 9

2.726.897

 

2.804.439

Herwaardering van BW 2 Titel 9 naar Solvency II grondslagen

-4.994

 

-140.512

Eigen vermogen op basis van Solvency II grondslagen

2.721.903

 

2.663.927

Waarvan niet beschikbaar ter dekking van de SCR

-8.830

 

-9.061

Aanwezige solvabiliteit

2.713.073

 

2.654.866

    

Solvabiliteitsratio

145%

 

160%

CZ groep hanteert de risicotype-indeling die wordt gebruikt door Solvency II. De SCR-risico’s betreffen het verzekeringstechnisch risico, het marktrisico, het tegenpartijrisico en het operationeel risico op een horizon van één jaar. Aangezien het onwaarschijnlijk is dat alle risico’s gelijktijdig zullen optreden, wordt er binnen Solvency II met een diversificatievoordeel rekening gehouden.

Verzekeringstechnisch risico

Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat de verzekeringsverplichtingen (nu en in de toekomst) niet kunnen worden nagekomen vanuit de inkomsten uit premies en bijdragen. Dit door een realisatie die afwijkt van aannames en/of grondslagen bij de ontwikkeling en premiestelling van het product of vanuit aannames met betrekking tot de voorzieningen.

CZ groep voert de basisverzekering uit en biedt daarnaast aanvullende verzekeringen aan. Het verzekeringstechnisch risico van de basisverzekering wordt gematigd door het risicovereveningssysteem. Voor de aanvullende verzekeringen draagt CZ groep zelf het volledige risico. Bij het bepalen van de risico-omvang is de beheersing van de zorgkosten bij beide producten cruciaal. CZ groep zet daarom via haar zorginkoopbeleid sterk in op de beheersing van zorgkosten.

Binnen verzekeringstechnisch risico zijn de volgende subcategorieën van belang voor CZ groep: premierisico, voorzieningenrisico en catastroferisico.

Premierisico

Het premierisico betreft het risico dat de premie (rekening houdend met vermogensinzet) niet toereikend is om aan de verzekeringsverplichtingen te kunnen voldoen. Het heeft derhalve in essentie betrekking op een toekomstige risicoperiode. CZ groep streeft naar een zo stabiel mogelijke premieontwikkeling die concurrerend is in de markt en financieel verantwoord is. CZ groep heeft geen winstoogmerk. Positieve resultaten worden gebruikt om de buffer op peil te houden. De buffer wordt ingezet, als het kan, om noodzakelijke premiestijging te beperken.

De wijziging in de bekostiging van de GGZ maakt het moeilijker om de zorgkosten voor 2023 in te schatten. Onzekerheden over de bekostiging van de coronapandemie zijn afgenomen.

Voorzieningenrisico

Het voorzieningenrisico is het risico dat de voorzieningen niet toereikend blijken te zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Het heeft derhalve in essentie betrekking op een verstreken risicoperiode. Bij de schattingen wordt gebruik gemaakt van reeds gedeclareerde perioden, ervaringscijfers over het aantal nog te declareren verrichtingen en daarbij horende kosten en eventuele contractuele afspraken.

Catastroferisico

Het catastroferisico is het risico op een ongunstige verandering in de waarde van de verzekeringsverplichtingen door duidelijke onzekerheid over de prijstelling en de aannames voor de voorzieningen in verband met extreme of uitzonderlijke gebeurtenissen zoals pandemieën. Voor CZ groep wordt het catastroferisico relatief beperkt geacht, vanwege de wettelijke Catastroferegeling in de Zorgverzekeringswet.

Marktrisico

Er worden geen beleggingen aangehouden voor of namens verzekerden. Met de beleggingen wordt gestreefd naar een zo optimaal mogelijk rendement op het aanwezige vermogen binnen passende risicokaders. Maar beleggen is niet zonder risico: veranderingen in rentestanden, aandelen- en wisselkoersen kunnen leiden tot hogere rendementen, maar ook tot verliezen. Het marktrisico betreft het risico van veranderingen in de waarde van de beleggingsportefeuille en verplichtingen als gevolg van wijzigingen in het niveau van de marktprijzen of in de volatiliteit van de marktprijzen. CZ groep beheerst de risico’s door te werken met een risicobudget: een gemiddeld maximum verlies dat CZ groep accepteert als gevolg van waardeverandering van de beleggingen en waarbij onze bedrijfsvoering niet in gevaar wordt gebracht. De verdeling van de beleggingen over de verschillende financiële instrumenten wordt mede bepaald aan de hand van een ‘Asset Liability Management’- studie. Daarbij vormt de risicohouding, vertaalt in een aantal kwantitatieve risicokaders, het uitgangspunt voor de inrichting van de beleggingsportefeuille. In de eisen die worden gesteld aan de beleggingsmandaten voor de externe beheerders worden onder andere de bovenstaande uitgangspunten meegenomen.

Het marktrisico bestaat op het niveau van Onderlinge waarborgmaatschappij CZ groep U.A. (geconsolideerd) uit een aantal onderliggende risico's die hierna worden toegelicht. In de onderstaande tabel is de opbouw van het marktrisico weergegeven.

Opbouw van het marktrisico (x 1.000 euro)  

2022

 

2021  

    

Renterisico

4.814

 

28.173

Aandelenrisico

145.912

 

217.050

Vastgoedrisico

50.320

 

21.760

Spreadrisico

43.769

 

41.181

Valutarisico

91.556

 

108.169

Marktrisicoconcentratie

29.961

 

14.374

Diversificatievoordeel

-101.380

 

-114.422

    

Totaal marktrisico

264.952

 

316.284

Renterisico

Het renterisico wordt bepaald door de waardeverandering van rentegevoelige beleggingen en verplichtingen bij een verandering in de rentetermijnstructuur of in de volatiliteit van de rente. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld obligaties, geldmarktfondsen en hypotheken. Doordat er geen langlopende verplichtingen zijn, is de rentegevoeligheid van de verplichtingen van CZ groep beperkt.

Aandelenrisico

Het risico op een verlies als gevolg van waardeveranderingen of als gevolg van verandering in de volatiliteit in aandelenbeleggingen. De participatie in het subfonds aandelen is verantwoord onder de zakelijke waarden, de zakelijke waarden bedragen ca. 15% van de totale beleggingen.

Vastgoedrisico

Het vastgoedrisico is het risico op verlies als gevolg van waardeveranderingen in de vastgoedbeleggingen of als gevolg van verandering in de volatiliteit van de marktprijzen van vastgoed.

Spreadrisico

Het risico dat zich een waardedaling van een positie voordoet als gevolg van veranderingen in de credit spreads of als gevolg van verandering in de volatiliteit van de kredietspreiding boven de risicovrij rentetermijnstructuur.

Valutarisico

Valutarisico is het risico voor de gevoeligheid van de waarde van activa, verplichtingen en financiële instrumenten voor veranderingen in het niveau of in de volatiliteit van wisselkoersen. CZ groep loopt alleen valutarisico over de zakelijke waarden (beleggingen in aandelen). De valutarisico's zijn niet afgedekt.

Marktrisicoconcentratie

Dit is het extra risico op een verlies als gevolg van een onvoldoende spreiding van de activa over tegenpartijen. CZ groep spreidt haar beleggingen over voldoende tegenpartijen zodat het verlies dat optreedt in geval van een faillissement van één tegenpartij of een groep van verbonden tegenpartijen, beperkt blijft.

Bij de bepaling van de marktrisicoconcentratie is ‘look through’ toegepast op de posities opgenomen in de beleggingsportefeuille van CZ Beleggingsfonds en de posities opgenomen in de geldmarktfondsen. Deze zijn naar rato van het belang in het betreffende (sub)fonds, meegenomen onder de marktrisicoconcentratie.

Tegenpartijrisico

Dit is het risico van potentiële verliezen als gevolg van onverwachte wanbetaling of een verslechtering van de kredietwaardigheid van tegenpartijen en debiteuren in de volgende twaalf maanden. CZ groep heeft vorderingen uitstaan bij verschillende soorten tegenpartijen: overheid, financiële tegenpartijen (bijvoorbeeld hypotheken), zorgaanbieders/ -instellingen en verzekerden.

Mitigerende maatregelen voor dit risico verschillen per soort tegenpartij. Zo heeft CZ groep alleen gekozen voor financiële tegenpartijen met een hoge kredietwaardigheid en wordt onder andere door middel van spreiding het risico beperkt. Voorschotten die CZ groep heeft uitstaan bij zorgaanbieders en zorginstellingen worden gedekt door het onderhanden werk. Het risico op mogelijke oninbaarheid van verzekeringspremies van de basisverzekering is deels gemitigeerd. Per wanbetaler kan de premieschade oplopen tot maximaal zes maanden. Daarna worden zorgverzekeraars voor de basisverzekering gecompenseerd via de ‘wanbetalersregeling’ van het Zorginstituut Nederland. Voor aanvullende verzekeringen draagt CZ groep wel het volledige kredietrisico in geval van wanbetaling. Dit risico wordt deels gemitigeerd door verzekerden het recht op vergoeding uit de aanvullende verzekering te ontnemen bij wanbetaling. CZ groep probeert het tegenpartijrisico op verzekerden te verminderen door in te zetten op een proactief debiteurenbeleid.

Operationeel risico

Het operationeel risico betreft het risico op een verlies dat zich voordoet als gevolg van inadequate of falende interne procedures, personeel of systemen door externe gebeurtenissen. De operationele risico’s van CZ groep worden vooral gedreven door de grootschalige digitale gegevensverwerking, de omvang van de geldstromen, het imago van zorgverzekeraars en de veelheid aan privacygevoelige informatie. De betrouwbaarheid van de ICT- infrastructuur is van groot belang. Het kwaliteitsniveau van de processen moet hoog zijn. Riskmanagement activiteiten binnen CZ groep richten zich binnen het operationele risico specifiek op informatiebeveiliging, fraude en compliance.

Informatiebeveiliging

Onze kernprocessen zijn in hoge mate geautomatiseerd en verlopen via een aantal centraal beheerde ICT systemen. Ook veel van de ondersteunende bedrijfsprocessen zijn sterk afhankelijk van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Dit vereist een ICT-omgeving met waarborgen voor een optimale beschikbaarheid, betrouwbaarheid, integriteit en continuïteit van de opslag en verwerking van onze data. Door de snelle ontwikkelingen op het gebied van cybercriminaliteit is er veel aandacht voor informatiebeveiliging. ICT-systemen dienen aan de hoogste eisen te voldoen. Daarom worden die systemen regelmatig beproefd op hun weerbaarheid tegen cybercriminaliteit. Ook het bewustzijn van onze medewerkers op het gebied van cybercriminaliteit dient hoog te zijn. Daarom zijn binnen CZ groep ‘awareness trainingen’ voor medewerkers verplicht gesteld waarin onderwerpen als 'phishing' aan bod komen. Daarnaast wordt het beveiligingsbewustzijn van medewerkers gedurende het jaar op verschillende manieren gemeten. De uitkomsten van deze metingen worden vervolgens meegenomen bij het aanbrengen van de focus voor nieuwe activiteiten.

Fraude

CZ groep neemt maatregelen om fraude zo veel mogelijk te voorkomen en zo goed mogelijk op te sporen. Immers, fraude schaadt het vertrouwen in onze organisatie, zet de betaalbaarheid van zorg onder druk en is vanuit maatschappelijk oogpunt niet aanvaardbaar. Wij beheersen interne en externe frauderisico’s als integraal onderdeel van onze bedrijfsvoering middels preventie, tijdig signaleren en onderzoeken van fraude. Dit is uitgewerkt in ons fraudebeheersingsplan dat ieder jaar wordt herijkt en vastgesteld door de Raad van Bestuur.

Via fraudeonderzoeken heeft CZ groep in 2022 voor 4,9 miljoen euro aan onrechtmatig gedeclareerde bedragen vastgesteld (2021: 3,9 miljoen euro).

Compliance

Naleving van wet- en regelgeving (compliance) ligt aan de basis van de bedrijfsvoering van CZ groep. Het is cruciaal voor het vertrouwen dat verzekerden en andere stakeholders in ons hebben. De verantwoordelijkheid voor het toepassen en naleven van de regelgeving ligt bij het lijnmanagement van ieder bedrijfsonderdeel. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de Raad van Bestuur. CZ groep kent een centrale compliance-functie voor coördinatie, advisering, ondersteuning en monitoring op het gebied van regelgeving en integriteit. Deze werkt samen met ‘local compliance officers’ in de bedrijfsonderdelen. De centrale compliance-functie bevordert per bedrijfsonderdeel de mate van naleving van wet- en regelgeving meten en verbeteren. Door monitoring vanuit de compliance-functie wordt gezorgd voor meer grip en een eenduidige rapportage. Onderdeel van de compliance- organisatie is sinds de inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming de Functionaris voor de gegevensbescherming (FG). Het vorenstaande geldt dan ook onverkort voor deze functie. De FG maakt gebruikt van dezelfde compliance-organisatie en heeft dezelfde rapportagelijnen.

Diversificatievoordeel

Bij het combineren van de kapitaaleisen van de verschillende risicocategorieën wordt rekening gehouden met zogeheten diversificatie effecten. De achterliggende gedachte hierbij is dat het onwaarschijnlijk is dat alle risico´s zich tegelijkertijd voordoen. De totale kapitaaleis is daarom minder dan de som van de kapitaaleisen voor de verschillende risicocategorieën.

Gevoeligheidsanalyse

In de ORSA is op het niveau van Onderlinge waarborgmaatschappij CZ groep U.A. (geconsolideerd) voor een aantal van de hiervoor beschreven risico's een indicatie van de impact op de financiële positie inzichtelijk gemaakt aan de hand van gevoeligheidsanalyses. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel. De gepresenteerde waarden betreffen het effect van een onmiddellijke verandering van een aantal externe factoren gerelateerd aan verzekeringstechnisch- en marktrisico op de SCR ratio ultimo 2022.

Scenario

Variatie (+/-)

Verandering SCR-ratio

Groei (+) / krimp (-) van de portefeuille uitgedrukt in aantal verzekerden

+50.000

-1,60%

-50.000

1,60%

Stijging (+) / daling (-) van de zorgkosten ten opzichte van geprognosticeerde zorgkosten

+€ 100 miljoen

-5,50%

-€ 100 miljoen

5,50%

Stijging (+) / daling (-) van het aandelenrendement ten opzichte van het verwachte rendement op aandelen

+25%

3,10%

-25%

-3,30%

Stijging (+) / daling (-) van de actuele rente (in basispunten)

+100 bps

1,6%

-100 bps

-1,7%

Stijging (+) / daling (-) van de waarde van vreemde valuta ten opzichte van de actuele waarde

+25%

2,90%

-25%

-3,10%

Stijging (+) / daling (-) van het rendement op de vastgoedportefeuille ten opzichte van het verwachte rendement

+25%

2,40%

-25%

-2,40%

Stijging (+) / daling (-) van de bedrijfskosten ten opzichte van de prognose

+€ 25 miljoen

-1,50%

-€ 25 miljoen

1,50%

Stijging (+) / daling (-) van het beleggingsrendement ten opzichte van het verwachte rendement

+€ 25 miljoen

1,20%

-€ 25 miljoen

-1,20%

In onderstaand overzicht is voor de verzekeraars van de groep de solvabiliteitspositie nader toegelicht.

(x 1.000 euro)

SCR 2022

 

Aanwezige solvabiliteit 2022

 

SCR 2021

 

Aanwezige solvabiliteit 2021

        

Onderlinge Waarborgmaatschappij CZ groep U.A.

617.341

 

2.718.717

 

576.649

 

2.661.273

CZ Zorgverzekeringen N.V.

1.337.302

 

1.702.008

 

1.187.135

 

1.516.390

Centrale Zorgverzekeringen NZV N.V.

101.957

 

167.125

 

85.516

 

142.875

OHRA Zorgverzekeringen N.V.

246.671

 

364.099

 

224.463

 

331.128

     

SCR ratio 2022

 

SCR ratio 2021

        

Onderlinge Waarborgmaatschappij CZ groep U.A.

    

440%

 

462%

CZ Zorgverzekeringen N.V.

    

127%

 

128%

Centrale Zorgverzekeringen NZV N.V.

    

164%

 

167%

OHRA Zorgverzekeringen N.V.

    

148%

 

148%